dicționar greacă - olandeză

ελληνικά - Nederlands, Vlaams

λαχανικά în olandeză:

1. groenten groenten


Eet meer groenten.
Ik wil goede groenten kweken, rijst, fruit enzovoort.
De groenten, die ik op de markt heb gekocht, zijn vers en lekker.
Op de markt waar ik de groenten heb gekocht kan je ook bloemen kopen.