1. voelen
We voelen ons goed.
Je laat me zo schuldig voelen.
Wat deed dat deugd uw omhelzing te voelen!
Wie niet horen wil, moet voelen.
Als mensen ziek zijn, zullen ze zich bang en bezorgd voelen. Ze voelen dat ze de geest kunnen zien.
Veel Amerikanen voelen zich ongemakkelijk bij een stilte, en ze beschouwen een stilte tijdens een gesprek als een teken dat ze zelf moeten beginnen spreken.
Ge zult u beter voelen als ge dit medicament neemt.
Vrouwen vinden mannen leuk die hen zich speciaal laten voelen.
2. horen
hij had op tijd horen te zijn
Er bestaan verschillende manieren om dingen uit te drukken die men van horen zeggen heeft.
Omdat licht sneller reist dan geluid zien we de bliksem voordat we de donder horen.
Kan je mij horen?
bij elkaar horen; hij hoort bij familie; het hoort niet!
Luisteraars achteraan horen de piano niet goed.
Ik was blij haar stem te horen, maar haar eerste zin was: "Ik dacht al dat ge mij vergeten waart."
Hebt ge haar al horen zingen op een podium?
Gisternacht heb ik honden horen huilen.
Zo te horen hebben jullie het wel naar je zin gehad op de kermis.
Hij heeft de klok horen luiden, maar weet niet waar de klepel hangt.
Je stem is op geen enkele manier te horen, gebruik a.u.b. een mikrofoon.
Ik wil niets meer horen van je geklaag.
Een compliment is een klein bericht om uit te spreken, maar groots om te horen.
Je hoeft niet te loeien. Ik kan je zo ook wel horen.