dicționar portugheză braziliană - olandeză

Português brasileiro - Nederlands, Vlaams

março în olandeză:

1. maart maart


Eind maart gaan we trouwen.
Mijn verjaardag is 22 maart.
15 maart wordt mijn laatste schooldag.
Begin maart viel de dooi in en lag het meer al gauw vol ijsschotsen, en op één daarvan zat een klein, eenzaam poesje.

Olandeză cuvântul "março„(maart) apare în seturi:

Maanden en seizoenen in het Braziliaans Portugees