dicționar poloneză - olandeză

język polski - Nederlands, Vlaams

świeży în olandeză:

1. vers vers


Vers fruit is goed voor uw gezondheid.
Niet al deze eieren zijn vers.
Melk is niet vers.
Neen, u vergist zich, mijnheer: uw brood is minder vers dan het mijne.

Olandeză cuvântul "świeży„(vers) apare în seturi:

300 określeń po niderlandzku 51 - 100
Kolory, przymiotniki
Duolingo review
Rozdział 2. /1
N Messenger 3

2. fris


Het is fris vandaag.
Ik zou heel graag een fris biertje hebben.
Een kort middagdutje en hoplakee, ik ben weer fris als een hoentje.
De bergwandelaar snakt naar fris water.
Gasten en vis blijven maar drie dagen fris.
De bladeren zijn fris als het geregend heeft.

Olandeză cuvântul "świeży„(fris) apare în seturi:

2.1 Voel je goed (B1)
Kolokwium III