dicționar poloneză - olandeză

język polski - Nederlands, Vlaams

chrapać în olandeză:

1. snorken snorken



Olandeză cuvântul "chrapać„(snorken) apare în seturi:

czasowniki pl - nd

2. snurk


Als het op snurken aankomt kan niemand meneer Snurk verslaan.
Ik moet aanvaarden dat ik snurk.

Olandeză cuvântul "chrapać„(snurk) apare în seturi:

les 5 Contact, droga+ ubranie

3. snuiten


Een zakdoek is bedoeld om je neus in te snuiten, maar je kunt hem ook gebruiken om je tranen mee af te vegen, of je kunt er een knoop in leggen wanneer je iets niet moet vergeten.

Olandeză cuvântul "chrapać„(snuiten) apare în seturi:

czasowniki de sprong