dicționar poloneză - olandeză

język polski - Nederlands, Vlaams

malować się în olandeză:

1. opmaken opmaken


Ik moet mijn haar opmaken.

Olandeză cuvântul "malować się„(opmaken) apare în seturi:

de tweede stap 1
Kurs 2 lekcja1

2. zich opmaken zich opmaken



Olandeză cuvântul "malować się„(zich opmaken) apare în seturi:

lekcja 1 poziom 2
reflexive werkwoorden

3. verzinnen verzinnen


Dit is een verhaal dat je niet eens kunt verzinnen.
Als God niet bestond, zouden we hem moeten verzinnen.