dicționar poloneză - olandeză

język polski - Nederlands, Vlaams

masło în olandeză:

1. boter boter


Boter wordt van room gemaakt.
Beter brood zonder boter dan taart zonder vrijheid.
Ik heb alleen maar boter in de koelkast.
Brood en boter is mijn gewoon ontbijt.
Ik at niets anders dan brood en boter.
Boter, brood en groene kaas; wie dat niet zeggen kan, is geen oprechte Fries.
Kaas en boter zijn melkproducten.
Ze gebruikte margarine in plaats van boter.
Kan jij boter van margarine onderscheiden?
Ellende leert brood eten zonder boter.
Boter bij de vis.
Hij houdt van brood en boter.

Olandeză cuvântul "masło„(boter) apare în seturi:

Fruits en Groente
gerechten Pools
produkty spożywcze
Rzeczy spożywcze
Produkty spożywcze

2. de boter de boter



Olandeză cuvântul "masło„(de boter) apare în seturi:

café en restaurant - kawiarnia i restauracja
słówka thema 4 - sklep i rzeczy
Zakupy spożywcze i nie tylko
4/1 Wat eten we vanavond?
Nederlands - podstawy 1