dicționar poloneză - olandeză

język polski - Nederlands, Vlaams

mięso în olandeză:

1. het vlees het vlees



Olandeză cuvântul "mięso„(het vlees) apare în seturi:

café en restaurant - kawiarnia i restauracja
Thema 2 - BOODSCHAPPEN DOEN
Zakupy spożywcze i nie tylko
grocery store
język holenderski

2. vlees vlees


Vlees a.u.b.
Dit is goed vlees.
Dit vlees is kippenvlees.
Emet, we hebben meer vlees nodig.
Al het vlees was slecht.
Bevat dit gerecht vlees?
Amerikanen eten veel vlees.
De geest is gewillig, maar het vlees is zwak.
Welke verschillende soorten vlees verkoopt u?
Ik hou van vlees, maar eieren verteer ik niet.
Een jakhals eet hoofdzakelijk vlees van kadavers.
Ik eet geen vlees, geen vis en geen zeevruchten, en ook geen vleesbouillon.
Zit er vlees in dit eten?
Vlees kost veel tegenwoordig.
Wilt ge vlees lang bewaren, vries het dan in.

Olandeză cuvântul "mięso„(vlees) apare în seturi:

język holenderski
język holenderski
Język holenderski