dicționar poloneză - olandeză

język polski - Nederlands, Vlaams

nieszczęśliwy în olandeză:

1. ongelukkig ongelukkig


ik ben heel erg ongelukkig; ik voel ongeluk // ik voel me ongelukkig
We zijn nooit even gelukkig of ongelukkig als we onszelf indenken.
Ik zou ongelukkig zijn, maar ik zou geen zelfmoord plegen.
Ze is rijk maar ongelukkig.
Ik ben dan misschien ongelukkig, maar ik ben niet van plan zelfmoord te plegen.
Ik voel me niet ongelukkig.
Gelukkige gezinnen lijken alle op elkaar, ieder ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.
Wie altijd schaterlacht is dwaas, wie nooit schaterlacht is ongelukkig.
Er wordt gezegd dat de armen niet altijd ongelukkig zijn.

Olandeză cuvântul "nieszczęśliwy„(ongelukkig) apare în seturi:

300 określeń po niderlandzku 101 - 150
przymiotniki/bijvoeglijke naamwoorden
Niderlandzki 🇳🇱

2. ellendig ellendig


Leef ellendig, maar leef vrij.

Olandeză cuvântul "nieszczęśliwy„(ellendig) apare în seturi:

lekcja antibiotica
język holenderski
język holenderski