dicționar poloneză - olandeză

język polski - Nederlands, Vlaams

odbierać în olandeză:

1. opnemen opnemen


De telefoon gaat over. "Ik zal hem wel opnemen."

Olandeză cuvântul "odbierać„(opnemen) apare în seturi:

17/3 Solliciteer direct!

2. ophalen ophalen


Ik kom u bij u ophalen om vijf uur.
1. je moet de kaarten wel een half uur van tevoren ophalen 2. kom je me vanavond ophalen?