dicționar poloneză - olandeză

język polski - Nederlands, Vlaams

przeniósł în olandeză:

1. verhuisd


Wanneer zijt ge naar Berlijn verhuisd?
Hij heeft daar tien jaar gewoond, en dan is hij verhuisd naar Kioto.

Olandeză cuvântul "przeniósł„(verhuisd) apare în seturi:

het speelhuis van Lotte en Nina

2. bewegen bewogen