dicționar poloneză - olandeză

język polski - Nederlands, Vlaams

przesunąć în olandeză:

1. verhuizing


Een verhuizing is altijd moeilijk voor mij.

2. verplaatsen


De administratie besliste de zetel van de firma te verplaatsen naar Hawaï.

3. verschuiven



4. schuiven


Gelieve door te schuiven in de bus.

Olandeză cuvântul "przesunąć„(schuiven) apare în seturi:

Werk je al lang hier?