dicționar vietnameză - olandeză

Tiếng Việt - Nederlands, Vlaams

nhảy în olandeză:

1. trui trui


Hij heeft een lichtblauwe trui.
Ik heb een nieuwe trui gekocht en ik ben er zó groos mee!
Contador won de gele trui in de ronde van Frankrijk.

2. springen springen


Tom kan niet even hoog springen als Adam.
Ik kan springen.

3. dansen dansen


We dansen de wals.
Ge kunt toch dansen, ja?
Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
Vanavond gaan we dansen.
Wilt u met me dansen?
Ik wil graag met je dansen.
Wat jammer dat je niet kan dansen!
Ik hou van dansen
Waar heb je dansen geleerd?
Waarom komt u niet met me dansen?
Laten we dansen op haar lied.
Zij wil dansen.
Aan acht jaar begon ze te dansen.
Mijn vriendin kan goed dansen.

Olandeză cuvântul "nhảy„(dansen) apare în seturi:

Những hoạt động trong thời gian rảnh trong tiếng H...