dicționar chineză - olandeză

中文, 汉语, 漢語 - Nederlands, Vlaams

孙子 în olandeză:

1. kleinzoon kleinzoon


Hij houdt erg van zijn kleinzoon.
Ze is altijd gelukkig als haar kleinzoon bij haar is.

Olandeză cuvântul "孙子„(kleinzoon) apare în seturi:

Familieleden in het Chinees

2. kleinkinderen kleinkinderen


's Nachts viel er een flink pak sneeuw. De volgende morgen verschenen op de straten oma's met kleinkinderen op sleetjes, en 's middags na schooltijd barstten in het park de sneeuwballengevechten los.
Tante Thea reed naar haar kleinkinderen in Californië.