→ 4.1 Geld → Începe să înveți / Descarcă cartonașele MP3

descarcă mp3 printează joacă Testează-te

Întrebare		Răspuns
zdać sobie sprawę începe să înveți		beseffen Ik besef dat ik ouder word. Ik heb een bril nodig om te lezen.
banknot începe să înveți		het biljet Ik heb een biljet van €50,- in mijn portemonnee.
dziedzictwo începe să înveți		de erfenis De familieleden krijgen allemaal een deel van de erfenis.
wydarzenie începe să înveți		de gebeurtenis De geboorte van een kind is een bijzondere gebeurtenis.
kanał începe să înveți		de gracht In de zomer varen veel boten op de grachten in Amsterdam.
W międzyczasie începe să înveți		inmiddels Ik volg een cursus en inmiddels spreek ik goed Nederlands.
(wypłacić pieniądze începe să înveți		(geld) opnemen Ik heb €100,- opgenomen bij de geldautomaat.
rozboje începe să înveți		overvallen Twee mannen met wapens hebben de bank overvallen.
mieć dość) începe să înveți		balen (van) Ahmet heeft zijn rijexamen niet gehaald. Hij baalt onzettend!
biuro, biurko începe să înveți		het bureau Els werkt op een politiebureau.
koperta începe să înveți		de envelop De Belastingdienst verstuurt brieven in een blauwe envelop.
będzie dobrze începe să înveți		goedkomen Maak je geen zorgen. Alles komt goed.
świetny începe să înveți		hartstikke Ik ben hartstikke blij met mijn nieuwe fiets!
stracić începe să înveți		kwijtraken Ik ben mijn handschoenen in de trein kwijtgeraakt.
(przelać pieniądze începe să înveți		(geld) overmaken Het geld kunt u overmaken naar dit rekeningnummer.
zapisać începe să înveți		noteren U kunt op dit formulier uw gegevens noteren.
nieszczęśliwy începe să înveți		pech hebben Tim heeft pech vandaag. Hij heeft de bus en de trein gemist en zijn koffie is op de grond gevallen.
czuć się winnym începe să înveți		zich schuldig voelen Ik voel me schuldig als ik een fout maak op mijn werk.
prowizja începe să înveți		de rente Je moet rente betalen als je geld leent.
zaskoczony începe să înveți		verbaasd Ik ben verbaasd dat het al zo laat is. We moeten snel naar huis.
akcja începe să înveți		de actie De supermarkt heeft een leuke actie! Je kunt sparen voor pannen.
skąpy începe să înveți		gierig Bas is gierig, want hij betaalt nooit iets voor zijn vrienden.
dobroczynność începe să înveți		het goede doel Sanne geeft elke maand geld aan goede doelen zoals Unicef.
hojny începe să înveți		gul Mijn oom is heel gul. Hij geeft vaak cadeautjes.
zebrać începe să înveți		inzamelen Emma zamelt geld in voor de Dierenbescherming.
los, losy începe să înveți		het lot, de loten Ik koop af en toe een lot voor de loterij, maar ik win nooit iets.
Panna młoda începe să înveți		de bruid De bruid draagt een prachtige witte jurk.
Pan młody începe să înveți		de bruidegom De bruidegom draagt een grijs pak met een groene stropdas.
wesele începe să înveți		de bruiloft Marisol en Carlos gaan trouwen! Volgend jaar is de bruiloft.
w gotówce începe să înveți		contant Wilt u pinnen of contant betalen?
częstować începe să înveți		trakteren (op) Naima trakteert haar beste vriendin op een ijsje.
kieszonkowe începe să înveți		het zakgeld De zoon van Nina en Felix krijgt elke week één euro zakgeld.

4.1 Geld

Trebuie să te autentifici pentru a posta un comentariu.

Mai mult